De hel van de Crete

In het inferno arriveert Dante met zijn gids, de Romeinse dichter Virgilius, na een lange afdaling bij de onderste ring van de hel. Hier ontwaart hij de torens van het vestingstadje Monteriggioni. De torens vergelijkt hij met reuzen die uit de hellepoel omhoog steken. Als Dante de schrijvende wielertoerist Roberto Delvecchio was gevolgd, had hij met beide ogen kunnen constateren dat Monteriggioni slechts een voorpost voor het ware inferno was. De echte hel begint ten zuiden van het stadje; de Crete Senesi. Een verlaten poel des doods. Achtergelaten door haar bewoners, gevlucht voor de vereenzaming en isolement. Het is een vreemde plek ten zuiden van Siena. Mooi van lelijkheid of desgewenst lelijk van mooiheid. Rollende heuvels gelijk aan hoge golven van donkere omgeploegde aarde. Op zichzelf niet zo’n vreemde gedachte, omdat 5 tot 2,5 miljoen jaar geleden dit de bodem van de zee was. Een slingerende weg kronkelt zich als een duivelse slang naar het dieptepunt van de hel, het krijtstadje Monte Oliveto, een plek waar de Benedictijnen zich in vroegere tijden terugtrokken.


De eenzaamheid van de omgeving krijgt geen vat op me. Ik geniet met volle teugen van de route, de vergezichten, welhaast verlaten dorpen, steile klimmetjes en spaarzame bospartijen. De kronkelende weg is van perfecte kwaliteit, slechts eenmaal onderbroken door een onvervalste strade bianche van vijf kilometer lengte met een forse twaalf procent klim. Enigszins opgelucht haal ik adem na het verlaten van de klim en witte weg. Ik heb het meest zuidelijke deel van de route, Buonconvento, achter me gelaten en arriveer in Asciano, waar Franciscaner monniken zich vestigden, ga ik met knorrende maag op zoek naar proviand. Een bakkerijtje verkoopt overheerlijke appelbroodjes. Ze verdwijnen snel in mijn maag en bloedsomloop. De benen beginnen tekenen van verval te vertonen. De vele klimmetjes, achtentwintig in totaal, hebben ze gesloopt. De laatste loodjes leg ik in het drukke Siena. Talloze auto’s zoeven me voorbij, hun herrie en uitlaatgassen in mijn geestelijk gestel achterlatend. Uitgewoond arriveer ik in Tregole, trots op het overwinnen van het inferno. Dante dankt mij voor de verkregen inzichten en voegt zich bij zijn gids Virgilius in zijn reis naar het hiernamaals.